In dit artikel beschrijf ik welke opties er beschikbaar zijn. Zelf gebruik ik tegenwoordig zowel voor mijzelf als voor de workshops de NiSi filters waar ik een artikel over schreef.
Er zijn verschillende soorten grijsfilters (of ND filters), een overzicht met de voor- en nadelen:
De schroeffilters:
Deze schroef je direct op je lens. Je moet dus een filter hebben dat exact gelijk is aan de maat van je lens. Je kan het vergelijken met een UV filter.
Voordelen schroeffilters
- Goed verkrijgbaar en gemaakt door verschillende fabrikanten
- Te stapelen met andere filters (maar let op, te hard aanschroeven geeft je een grote kans dat je ze niet of moeilijk van elkaar af krijgt.)
- Klein, ze passen in een klein doosje in je cameratas.
Nadelen schroeffilters
- Als je lenzen hebt met verschillende diameters moet je met step-down ringen werken of meerdere diameters filters aanschaffen.
- Als je donkere grijsfliters gebruikt (10 stops), monteer je ze na het scherp stellen. Anders is het wel erg donker om door de zoeker te kijken. Bij veel camera’s kan je overigens wel goed met de liveview door dit filter heen kijken
Filterhoudersysteem:
Je schroeft een filterhouder op je lens en in deze houder kan je de (vierkante) filters schuiven.
Voordelen filterhoudersysteem
- Je kan de filters voor meerdere diameters lenzen gebruiken. Alleen de ring die de filterhouder met de lens vastzet varieert.
- Je kan makkelijk de filters inschuiven na het scherp stellen.
- Makkelijk om meerdere filters te ‘stapelen’.
Nadelen filterhoudersysteem
- Het is allemaal wat groter in gebruik, neemt dus meer plek in in de cameratas.
- Het glas is erg breekbaar en gevoelig voor krassen.
Het fader of variabel filter:
Oei, een vreemde eend in de bijt. En eentje die ik zeer afraad. Verderop leg ik uit waarom.
Keuzes maken
Je moet dus als eerste een keuze maken welke filters je wilt gaan gebruiken. Daarnaast zijn er ook verschillende fabrikanten die deze spullen leveren. Over het algemeen kan je zeggen dat een duurder systeem een beter systeem is. De goedkope filters willen nogal eens een kleurzweem geven aan je foto’s.
Hoeveel stops heb je nodig? En wat is een stop?
De grijsfilters houden licht tegen. Dat kan één stop zijn of maar liefst 10 stops. Eén stop is een halvering van de hoeveelheid licht. Hierdoor kan je je sluitertijd dus verdubbelen.
Stel voor dat je maximale sluitertijd die je overdag hebt 1/30 seconde is.
1 stop -> 1/15
2 stops -> 1/8
3 stops -> 1/4
4 stops -> 1/2
5 stops -> 1 seconde
6 stops -> 2 seconden
7 stops -> 4 seconden
8 stops -> 8 seconden
9 stops -> 15 seconden
10 stops -> 30 seconden
Met een 10 stops filter kan je dus van 1/30 naar 30 seconden sluitertijd!
De filters kan je aanschaffen in verschillende sterktes. Vaak is dit 1, 2, 3, 6 en 10 stops. verschillende fabrikanten gebruiken verschillende termen hoeveel stops er tegen wordt gehouden met het betreffende filter. B+W gebruikt de termen 101, 102, 103, 106 en 110.
NiSi gebruikt de termen ND4 (2 stops), ND8 (3 stops), ND16 (4 stops) en ND1000 (10 stops). Ook kan een fabrikant een 1 stop een 0,3 noemen. 2 stops is dan 0,6 en 3 stops 0,9.
TIP: Je ziet, verwarrend, dus kijk altijd even goed welke filters je aanschaft!